De jury van de Libris Literatuur Prijs 2018 had het voorrecht 227 boeken te mogen lezen van Nederlandse en Vlaamse auteurs, afkomstig van 40 verschillende uitgeverijen.
In de romans die onze meeste aandacht opeisten, is er een drang om de eigen horizon te verbreden. De pogingen daartoe leveren de interessantste romans op. Het lezen van de romans bracht ons over de hele wereld – de auteurs, ook zij die dicht bij huis blijven, zijn rusteloos. Er waren niet alleen maar geografische verplaatsingen; ook in de tijd verplaatst men zich. Van het protestantse platteland tot Buenos Aires, van de buitenwijken van Montevideo tot het klatergoud van Sint Petersburg, de Amsterdamse grachtengordel na de bevrijding, hedendaags Alexandrië in Egypte en het Twentse land: de Nederlandse letteren hebben de horizon van wereldliteratuur.
Waarom is men zo ver van huis? De jury meent dat de schrijvers de onderzoekingskracht van de roman zoveel mogelijk willen oprekken en daarmee laten zien dat het genre een oneindig aantal werelden kan omvatten. Terwijl in onze samenleving de trend naar binnen is gericht, verbreden de schrijvers onze wereld op meeslepende wijze. Meer lucht!
Geen plek is dan ook veilig voor het schrijversoog. Er wordt gretig onderzocht, beklopt, gedemonteerd, uit elkaar getrokken en ondersteboven gehouden. Door vernuftige sprongen in de tijd reist men heen en weer tussen heden en verleden, tussen het beklemmende toen en het dwingende nu.
Er wordt achter schermen gekeken, en onder tafels, er worden lichten aangeknipt waar dat soms oncomfortabel of zelfs pijnlijk is – en er wordt af en toe voor schut gezet. Met als gevolg verrassende herijkingen van wat al die tijd als vanzelfsprekend werd gedacht.
De hoofdpersonen in de romans van de achttien schrijvers op de longlist zouden we, mochten we ze in levende lijve tegenkomen, negeren. Ze bewegen zich aan de randen van de samenleving of doen erg hun best uit de aandacht weg te blijven. In het verlangen naar erkenning wordt gedroomd, maar weinig waargemaakt. Ze voelen zich het veiligst bij andere buitenstaanders. Anderen zijn weer zo radicaal dat ze zich wel schuil moeten houden.
Wat de romans vertellen roept vragen op over authenticiteit en het nieuwe normaal. Hoe meer je leest, hoe meer je beseft dat de gedachte van ‘de gewone Nederlander’ een illusie is. We zijn allemaal in gelijke mate abnormaal, gesmeed in de smidse van de geschiedenis, en de ruimte die ons gegeven wordt is het speelveld van ieder mens.
Onder de longlisttitels bevindt zich een aantal boeken van meesterlijke vertellers, die erin slagen de aandacht van de lezer van begin tot einde vast te houden, romans waar het vertelplezier vanaf spat. Dat er behoefte aan duiding en verdieping is, spreekt uit een aantal filosofisch getinte boeken, waarin de lezer wordt meegenomen in de zoektocht naar het schemergebied tussen feit en fictie, tussen rouw en pose, tussen heldhaftigheid en stompzinnigheid, tussen liefde en bedrog.
Ook de betekenis van de roman en van het schrijven zelf staat in diverse boeken centraal.
De roman kan het geweld van de digitale revolutie absorberen, de omwenteling die Silicon Valley teweegbrengt, veroorzaakt nieuwe verhalen over liefde, lust en de angst om bedrogen te worden. Dat de uitkomst van deze romans in mineur is getoonzet, mag niet verrassen – de tragiek van de mens is universeel. Deze romans preken niet, er hoeft geen waarheid verkocht te worden. Door een beroep te doen op universele waarden roepen ze op tot een persoonlijk engagement.
Komt ook het thema van de multiculturele confrontatie in al deze kosmopolitische drang naar voren? De jury concludeert dat dit thema nog altijd voer voor schrijvers is. Mooie sprookjes worden niet verteld, het mag schuren en confronteren. En waar men zijn oorsprong of toekomst ook zoekt, in Nederland en Vlaanderen of daarbuiten, in andere tijden en in de onze, steeds blijkt dat we pas weten wie we zijn als we durven te betwisten wie we zijn.
Het afgelopen jaar werd in toenemende mate gedomineerd door de obsessie met zichtbaarheid. De schrijvers van dit jaar interesseren zich minder voor wie al gezien wordt. Het is ze om die anderen te doen. Om wat zich aan het zicht onttrekt. Zich niet makkelijk prijsgeeft. Wegkruipt en over het hoofd gezien wordt. In de ogen van de jury leverde deze benadering spannende romans op die dwars tegen de vermaledijde Zeitgeist ingaan en daarmee ook de spannendste romans. De auteurs willen het monster van de geschiedenis recht in de bek kijken.
Lezen we over deze stumperds, onaangepasten, marginalen, verdoolden, grensgangers, dromers en viezeriken in de media, dan nemen we dat ter kennisgeving aan. Maar wanneer het taalgebruik virtuoos is, dan worden we meegesleept in de diepste krochten van mensen die leven en lijden. In deze romans wil je juist meer over hen weten; ze zijn interessant, fascinerend. En verontrustend. Ecce homo.
De jury vindt dat in de volgende zes genomineerde romans voor de Libris Literatuur Prijs 2018 de blik op de mens op zeer oorspronkelijke en ingenieuze wijze tot uiting komt.
De shortlist
- Martin Michael Driessen – De pelikaan, uitgeverij Van Oorschot
- Marjolijn van Heemstra – En we noemen hem, Das Mag uitgevers
- Murat Isik – Wees onzichtbaar, uitgeverij Ambo|Anthos
- Ilja Leonard Pfeijffer – Peachez, een romance, uitgeverij De Arbeiderspers
- Arjen van Veelen – Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken, uitgeverij De Bezige Bij
- Tommy Wieringa – De heilige Rita, uitgeverij De Bezige Bij
Amsterdam, 5 maart 2018
De jury
Abdelader Benali, voorzitter
Hans Bouman
Johan De Haes
Lotte Jensen
Judith Uyterlinden