Het einde – Wouter van Gils (1953-2025)
Thomas Mertens, 1 september 2025 – verschenen in De Groene Amsterdammer, nr 36
Het gaat goed met de filosofie in Nederland. Het trekt veel studenten, er zijn ‘denkers des vaderlands’. Sinds een ruim aantal jaren is filosofie een eindexamenvak bij havo en vwo, er zijn nachten en maanden van de filosofie en filosofische leesclubs floreren, zelfs in onze gevangenissen worden cursussen filosofie gegeven. Dat komt ook omdat er goed filosofisch materiaal beschikbaar is. Volgens sommige universitaire standaarden zou er vooral in het Engels gepubliceerd moeten worden. Nederlands zou een te klein publiek bereiken. Ik herinner mijn studenten (en helaas ook sommige collega’s) eraan dat Immanuel Kant echt in het Duits (en in het Latijn) publiceerde en dat de ‘Akademie Ausgabe’ de gouden standaard voor diens verzamelde werk is. Maar vooral ook dat er heel goede Nederlandse uitgaven van nagenoeg al zijn publicaties bestaan.
In de binnenkort te verschijnen Metafysica van de zeden stelt Kant dat ieder mens de morele plicht heeft een nuttig en bruikbaar lid van de samenleving te zijn. Die stelling is bij uitnemendheid van toepassing op de onlangs overleden Woutervan Gils, die als uitgever verantwoordelijk was voor al die uitgaven. Niet lang geleden was hij teruggetreden als uitgever bij Boom Amsterdam. Dat werd gevierd met een feestelijke bijeenkomst met vrienden en collega’s. Bij die gelegenheid werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Als auteur bij Boom en als vriend gedurende bijna een halve eeuw was ik erbij. Niemand was erop voorbereid dat hij zo kort na dit afscheid zou overlijden. Het was een shock. Er waren nog zoveel plannen en er was nog zoveel levenslust.
Wouter leerde ik kennen toen wij allebei studeerden aan wat toen nog Katholieke Hogeschool Tilburg heette. Zijn vader, vertelde hij eens, was niet blij met zijn studiekeuze sociologie en dat ook nog bij de katholieken. In zijn (en mijn) tijd werd in Tilburg de Centrale Interfaculteit (voor filosofie) opgericht en aangezien wij beiden bovenmatige interesse hadden in de filosofie, belandden wij samen in de collegebanken.
In die tijd was er nog niet veel filosofische literatuur voorhanden, laat staan in het Nederlands, maar daar wist Wouter wel wat op. Hij stichtte zijn eigen boekhandeltje (het ‘Krities Informatie Sentrum’) in de krochten van de Hogeschool. En wij, studenten en docenten, wisten hem daar te vinden. Zijn handeltje liep goed, mede doordat teksten uitgegeven door onder andere sun (Socialistiese Uitgeverij Nijmegen) beschikbaar kwamen. Ook zogenaamde Suhrkampjes (handzame pockets van de gelijknamige Duitse uitgeverij – ze pasten precies in onze fietstassen) kwamen mede dankzij Wouter beschikbaar: niet alleen ‘denken in Parijs’ en in Frankfurt, maar ook in Tilburg.
Het boekenvak trok dus al heel vroeg aan Wouter; van verkoper van boeken werd hij schrijver en uitgever van boeken. Hij promoveerde op de Franse denker Jean Baudrillard. Met een vanzijn docenten schreef hij een inleidend filosofisch boek over ‘mensen en macht’. Terugkijkend was dat een heel adequate titel. Wouter was iemand die niet alleen goed met mensen overweg kon, maar ook bij machte was om ze bij tijd en wijle naar zijn hand te zetten. Hij schatte zowel de auteurs als de potentiële kopers van de door hem uitgegeven boeken goed in. En dat was nodig. Soms wilde hij projecten realiseren waarbij hij de nodige tegenwind mocht verwachten.
Toen hij na enige omzwervingen, zoals een promotie in de filosofie, definitief als uitgever terechtkwam bij Boom, had die uitgeverij een goede naam. Met en door Wouter heeft die naam een boost gekregen, en de filosofie in Nederland een enorme impuls. Hij bouwde een reeks met vertalingen van grotere en kleinere filosofische werken uit, variërend van Descartes en Hobbes tot Foucault en Arendt. Aan de kwaliteit van vertaling en vormgeving werden hoge eisen gesteld. Zo werd het filosofische en culturele milieu in Nederland en Nederlandstalig België verrijkt.
In zijn leven als uitgever zijn ten minste twee huzarenstukjes het vermelden waard. Wie zou gedacht hebben dat een voorgenomen vertaling van het hoofdwerk van de reeds genoemde Kant, Kritiek van de zuivere rede, haalbaar zou zijn? Velen, onder wie ik, hadden hun twijfels. Wie gaat dat vertalen en, belangrijker nog, wie gaat een dergelijk moeilijk te doorgronden en omvangrijk werk kopen? Wouter had natuurlijk gelijk: dit monumentale boek kwam in een Nederlandse vertaling beschikbaar, met leeslint, én werd een commercieel succes.
Niet enkel aan de bovenkant werd Wouters inzet voor de Nederlandse filosofie en cultuur zichtbaar. Misschien nog wel meer succes boekte hij aan, excusez le mot, de onderkant vande markt. Samen met de toenmalige hoofdredacteur vanFilosofie Magazine, Daan Roovers, bracht hij een gewaagd en voor velen onhaalbaar geacht project tot een goed einde: het goedkoop uitgeven van originele teksten uit 25 eeuwen westerse en oosterse filosofie. In de zogeheten Kruidvat-Filosofiebox uit 2005 ging het om ruim drieduizend pagina’s originele filosofische teksten (in het Nederlands) voor nog geen vijftig euro. Filosofie tussen de tandpasta en de luiers; Spinoza en Seneca binnen ieders handbereik. Alle eerdere scepsis ten spijt: de box was binnen drie dagen uitverkocht; er kwam een tweede druk. Voor de echte en lichtelijk jaloerse boekhandels kwam er vervolgens een speciale uitgave. Dit was Wouter ten voeten uit: de filosofie en de cultuur uiterst serieus nemen en er tegelijkertijd zakelijk mee omgaan. Hij maakte er vele vrienden mee.